20-12-2022 | Persberichten
De Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie (NVA) heeft een subsidie van een half miljoen euro toegekend gekregen van het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport om binnen tweeënhalf jaar de CO2 uitstoot van anesthesiedampen terug te dringen.
Anesthesiedampen zijn sterke broeikasgassen die 440 tot 6800 keer zo sterk zijn als CO2 en daarmee een belangrijke bijdrage leveren aan het broeikaseffect. Voorzitter van de NVA Caroline van der Marel is blij met het subsidiebedrag. “De zorgsector is verantwoordelijk voor 7 procent van de Nederlandse CO2 voetafdruk. Binnen het ziekenhuis is het OK-complex de meest vervuilende afdeling. Als beroepsgeroep nemen graag onze verantwoordelijk door bij te dragen aan de verduurzaming van de OK. Het bevorderen van juiste keuzes bij het gebruik van anesthesiedampen kan de CO2 uitstoot op de OK in hoge mate terugdringen. Daarom zijn wij ontzettend blij dat het ministerie van VWS subsidie beschikbaar heeft gesteld voor meer onderzoek naar duurzamer gebruik van anesthesiedampen,” vertelt van der Marel.
Behoud kwaliteit
Ook Niek Sperna Weiland, anesthesioloog in het Amsterdam UMC en voorzitter van de NVA Werkgroep Duurzaamheid, is positief over de toekenning van het subsidiebedrag. “Als NVA willen we samen met het Landelijk Netwerk Groene OK een transitie binnen de operatiekamers bewerkstelligen zodat onze CO2 voetafdruk afneemt. Dit onderzoeksbudget helpt ons om methodes te ontwikkelen waarbij duurzamer gebruik wordt gemaakt van anesthesiedampen zonder dat de kwaliteit van de zorg hieronder lijdt,” aldus Sperna Weiland.
Ontwikkelen beroepsnorm
De NVA draagt als beroepsvereniging verantwoordelijkheid voor de kwaliteit en veiligheid in de anesthesiologie. De NVA is daarbij verantwoordelijk voor het uitvoeren van het onderzoek en de ontwikkeling van een richtlijn voor het gebruik van anesthesiegassen. Het doel is om een beroepsnorm te ontwikkelen op het gebied van duurzaam gebruik van anesthetica, gedragen door alle anesthesiologen in Nederland. De NVA toetst vakgroepen anesthesiologie hierop tijdens haar kwaliteitsvisitaties.