Mw. Doreen Vermeulen-Cranch werd in 1958 de eerste hoogleraar anesthesiologie in Nederland. Zij stond daarmee aan de basis van anesthesiologie als zelfstandig specialisme.
Doreen Cranch werd geboren in 1915 geboren in Wales, Engeland. Zij deed haar geneeskundestudie in Cardiff. Na een bezoek aan Robert Macintosh in Oxford, de eerste Europese hoogleraar anesthesiologie, wist ze zeker dat ze verder wilde met anesthesie. Zij specialiseerde zich in Londen tot ‘anaesthetist’. In die tijd leerde ze haar Nederlandse man kennen. Na de oorlog trouwden ze en ging ze in het Amsterdamse Wilhelmina Gasthuis werken bij de Amsterdamse hoogleraar chirurgie Willem Noordenbos.
Anesthesiologie stond destijds in Nederland nog in de kinderschoenen en zo vlak na de oorlog waren de middelen beperkt. De chirurgen lieten hun jongste assistent of verpleegkundigen de anesthesie verzorgen, die uit zeer simpele methoden bestond. Omdat de narcose niet nauwkeurig was, werden patiënten zelfs nog vastgebonden. De chirurgie was een masculien bolwerk, waar zij met tact, bescheiden maar vastberaden geleidelijk veranderingen doorvoerde. Met haar kennis en moderne materialen, die zij in haar beroemde koffertje meenam, wist zij de anesthesiologie in de Amsterdamse ziekenhuizen en deels ook in Utrecht te moderniseren tot een volwaardig specialisme.
In de jaren vijftig bewees anesthesiologie steeds meer haar diensten. Mw. Vermeulen-Cranch voerde veel veranderingen door. Zo introduceerde ze onder meer de preoperatieve evaluatie, een verkoeverruimte en intensive care.
In 1952 werd zij als eerste benoemd tot erelid van de Nederlandse Anesthesisten Vereniging en in 1958 werd zij door de Universiteit van Amsterdam benoemd tot buitengewoon hoogleraar in de anesthesiologie. Zij was daarmee de eerste hoogleraar anesthesiologie in Nederland en de eerste vrouwelijke hoogleraar anesthesiologie ter wereld. De groep van Vermeulen-Cranch groeide, maar pas toen zij in 1958 hoogleraar werd, kreeg zij een budget, een eigen staf, apparaten en alles wat bij een afdeling hoort. De anesthesiologie als zelfstandig specialisme was een feit.
Doreen overleed in november 2011 op bijna 96-jarige leeftijd. Haar koffertje en vele andere attributen laten de herinnering aan haar voortleven in het historisch Anesthesiemuseum in het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam.
De chirurgische kliniek in Utrecht plaatste in de eerste uitgave van het tijdschrift van de Association of Anaesthetist of Great Britain and Ireland in oktober 1946 een vacature voor een anesthesist. Deze advertentie bracht F.W. Roberts naar Utrecht om de eerste opleider in het Stads en Academisch Ziekenhuis in Utrecht te worden. Hij was medeoprichter van de toenmalige Nederlandse Anaesthesisten Vereniging en voorzitter van de vereniging van 1948-1949. In 1953 werd Roberts benoemd tot erelid vanwege zijn pionierswerk in Utrecht en verdiensten voor de nog prille vereniging.
Oprichter van de World Federation of Societies of Anaesthesiologists in 1955 samen met professor Ritsema van Eck. Daarnaast was hij bekend om zijn eerste klinische gebruik van curare bij narcose in 1942.
Ereleden hebben zich uitzonderlijk verdienstelijk gemaakt. Veelal pioniers in de ontwikkeling van de anesthesiologie.
Reeser was een belangrijk onderhandelaar en pleitbezorger voor de anesthesiologie. Hij was tevens betrokken bij het opstellen van opleidingseisen. Toen naar aanleiding van de inaugurele rede van professor Smalhout de Commissie Anesthesiologie van de Gezondheidsraad werd ingesteld, verzocht de vereniging Hans Reeser daarin plaats te nemen om de belangen van de perifere anesthesiologen te behartigen.
Reeser overleed in 2007.
Eén van de oprichters van de Nederlandse Anaesthesisten Vereniging. Tevens eerste opleider in Leiden. Erkend vanwege zijn internationale contacten en zijn inzet voor nascholingsactiviteiten en neuroanesthesiologie.
Ritsema mocht zichzelf de eerste opleider in Groningen noemen. Hij initieerde onderzoek naar de integratie van fysiologie en farmacologie in de kliniek. Daarnaast was hij voorzitter van de Nederlandse Anaesthesisten Vereniging tussen 1950-1952 en lid van het Concilium van 1961 tot 1966. Hij werd benoemd tot erelid vanwege zijn organisatie van de eerste nascholing voor anesthesisten en voorzitterschap van het eerste World Congress of Anesthesiologists in Scheveningen in 1955.
Eén van de acht oprichters van de Nederlandse Anaesthesisten Vereniging in 1948. Erkend vanwege zijn onderhandelingen voor de Ziekenfondstarieven in 1950 namens de Commissie Beroepsbelangen.
Eén van de oprichters en eerste voorzitter van de vereniging. Benoemd vanwege zijn uitzonderlijke pioniersrol binnen en buiten de vereniging zowel op het gebied van opleiding als beroepsbelangen. Internationaal actief als secretaris van het eerste World Congress of Anesthesiologists in 1955 en medeoprichter van de World Federation of Societies of Anaesthesiologists.
De verdiensten van Maarten Mauve voor de Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie zijn niet beperkt gebleven tot zijn eerste, korte voorzitterschap. Van 1952-1957 was hij weer voorzitter en daarmee de enige voorzitter met twee gescheiden termijnen. In deze periode was hij een van de grondleggers van de World Federation of Societies of Anaesthesiologists in 1955 ten tijde van het eerste wereldcongres in Scheveningen.
Prof. Mauve , een docent pur sang en verenigingsman bij uitstek, overleed op 18 januari 2012.
Eén van de oprichters van de Nederlandse Anaesthesisten Vereniging en voorzitter in 1949. Erkend vanwege zijn werk als niet-academisch opleider in het Rode Kruis Ziekenhuis Den Haag.
Eén van de acht oprichters van de Nederlandse Anaesthesisten Vereniging in 1948. Erkend vanwege betrokkenheid bij de organisatie van het eerste World Congress of Anesthesiologists in 1955 in Scheveningen en zijn onderhandelingen voor de Ziekenfondstarieven vanaf 1960 namens de Commissie Beroepsbelangen.
Erkend vanwege zijn lange staat van dienst als secretaris van het bestuur van de vereniging. Was lid van het organiserend comité van het eerste World Congress of Anesthesiologists in 1955 in Scheveningen. Was tevens voorzitter van de KNMG.
In 1947 behoorde hij met Mauve, Roberts en van Nouhuys tot een groep van vier die de oprichting van de Nederlandse Anesthesisten Vereniging voorbereidde. De vergaderingen vonden veelal bij De Zwaan thuis plaats. Hij stelde de statuten op. De Zwaan vormde samen met Boeré de bestendige kern gedurende heel veel jaren in het Bestuur. Hij vertegenwoordigde de Nederlandse Anaesthesisten Vereniging bij de Landelijke Specialisten Vereniging, de Specialisten Registratie Commissie en vanaf 1961 bij het Centraal College Erkenning en Registratie van Medische Specialismen. Tevens was hij opleider in het Sint Antonius Ziekenhuis in Utrecht. In 1973 werd hij tot erelid benoemd vanwege zijn vele en langdurige verdiensten voor de vereniging.
Eén der eerste leden van het Concilium Anaesthesiologicum. Benoemd vanwege zijn lange staat van dienst als secretaris van het Concilium.
Eén van de oprichters van de vereniging, tevens eerste opleider in de Haagse Gemeenteziekenhuizen. Benoemd vanwege zijn auteurschap van De Narcose, een practische leidraad voor de algemene arts en zijn vertegenwoordiging van de vereniging in de Gezondheidsraad, waarvan hij secretaris is geweest.
Eerste hoogleraar anesthesiologie aan de Universiteit van Maastricht. Internationaal lid van de Section Monospecialiste d’Anesthesiologie, waarvan hij in 1982 tot 2e secretaris werd. Benoemd vanwege zijn inspanningen op het gebied van de opleidingseisen anesthesiologie.
Eerste vertrouwenspersoon van de vereniging. Benoemd vanwege deze en andere grote verdiensten in diverse functies binnen de vereniging.
Prof.dr. Crul werd in 1957 in het nieuwe St. Radboudziekenhuis te Nijmegen benoemd tot eerste anesthesioloog en hoofd van de daarmee opgerichte afdeling Anesthesiologie aan de Medische Faculteit van de Katholieke Universiteit te Nijmegen. Binnen de NVA was professor Crul zeer actief en vervulde hij tal van functies. Zo was hij van 1957-1963 bestuurslid en is hij lange tijd lid en voorzitter van het Concilium Anaesthesiologicum geweest. In 1967 werd hij benoemd tot hoogleraar.
In 1987 werd hij benoemd tot erelid van de Vereniging vanwege zijn wetenschappelijk oeuvre met betrekking tot spierrelaxantia en zijn vele bestuurlijke functies binnen de vereniging. Hij vertegenwoordigde de anesthesiologie op nationaal niveau als voorzitter van de permanente commissie anesthesiologie van de gezondheidsraad en internationaal als vicepresident van de World Federation of Societies of Anaesthesiologists. Hij was een van de initiatiefnemers en oprichters van de European Academy of Anaesthesiology, later opgegaan in de European Society of Anesthesiologists. Jan Crul was sociaal zeer bewogen. Zo heeft hij vele anesthesiologen uit landen als o.a. Indonesië, Tanzania en Venezuela opgeleid en blijvend ondersteund met raad en daad.
Prof.dr. Crul overleed op 28 april 2006.
Benoemd vanwege zijn grote verdiensten op het terrein van onderwijs en onderzoek in de anesthesiologie en zijn bijdrage aan de Boerhaave cursus anesthesiologie.
Beroemd geworden door zijn beademingssysteem voor pasgeborenen. Benoemd vanwege zijn inspanningen op het terrein van de kinderanesthesiologie met speciale aandacht voor de pathofysiologie en farmacologie bij neonaten.
Auteur van zeven edities van Anesthesia. Erkend voor zijn bevordering van onderwijs en opleiding in de anesthesiologie. Hij stond borg voor de samenwerking tussen Nederlandse instituten en de University of California. Hij nam het initiatief voor een kwaliteitssysteem in de dagelijkse praktijk.
Eén van de buitenlandse initiatoren van de Centrale Cursus Anesthesiologie. Benoemd tot erelid vanwege zijn grote verdiensten op het terrein van onderwijs en opleiding van anesthesiologen.
Voorzitter van zowel bestuur van de vereniging als Concilium Anaesthesiologicun geweest. Benoemd vanwege zijn grote verdiensten voor het onderwijs in de anesthesiologie in de vorm van de Centrale Cursus Anesthesiologie.
Eerste secretaresse en vormgeefster van het secretariaat van de vereniging vanaf 1969. Benoemd vanwege haar bijdrage en redactionele werk voor het verenigingsboek Van aether naar beter en haar werk binnen het organisatiecomité van het Tiende World Congress of Anaesthesiologists in Den Haag in 1992.
In 1970 benoemd tot eerste hoogleraar anesthesiologie aan de Rijksuniversiteit Leiden en tot afdelingshoofd in het Academisch Ziekenhuis Leiden. Professor Spierdijk was onder meer de initiator van de gecombineerde opleidings- en nascholingscursussen voor de Nederlandse arts-assistenten in opleiding tot anesthesioloog. Deze stonden model voor de Centrale Cursus Anesthesiologie, die tot op de dag van vandaag door de Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie (NVA) wordt georganiseerd.
Prof.dr. Spierdijk overleed op 19 februari 2006.
Chemicus met uitgebreid oeuvre op het gebied van het zuur-base-evenwicht. Benoemd ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de vereniging.
Overleden op 2 juni 2021. Research anesthesioloog bekend om zijn basale onderzoek op het gebied van de bloed-gas-analyse. Benoemd ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de vereniging.
De Amsterdamse anesthesioloog Menno Sluijter werd rond 1975 betrokken in de pijnbestrijding. Sluijter zocht naar nieuwe methoden om pijnklachten te beïnvloeden, waaronder de toepassing van radiofrequente stroom. Samen met de Engelse anesthesioloog Mark Mehta ontwikkelde Sluijter rond 1981 een dunne RF-elektrode waarbij aan de tip warmte gemeten kon worden. Deze elektrode maakte het mogelijk op humane en veilige wijze op alle mogelijke plaatsen in het lichaam afferente zenuwsystemen te onderbreken. Dit bleek de start van de interventionele pijnbehandeling in Nederland.
Benoemd vanwege zijn pionierswerk op het terrein van de anesthesiologische pijnbestrijding met bijzondere vermelding van de radiofrequente laesie techniek.
Zat in bijna alle commissies van de vereniging. Erkend voor zijn onderwijs in en bevordering van de lumbale epidurale anesthesie. Internationaal actief in de European Society for Regional Anaesthesia.
Postuum benoemd tot erelid vanwege zijn uitzonderlijke behartiging van de financiële belangen van de leden van de vereniging in het Diagnose Behandel Combinatie tijdperk.
Naast vele bestuurlijke functies binnen de vereniging benoemd tot erelid vanwege zijn internationaal baanbrekende publicaties over pijnbestrijding en euthanasie.
Bij zijn afscheid benoemd tot erelid vanwege zijn vele verdiensten voor de vereniging. Hij was initiatiefnemer en voorzitter van de redactie van de boeken over de geschiedenis van de vereniging Van aether naar beter en Maar het kan nog beter. Hij was hoofdredacteur van Wetenschappelijke Referenties Inhalatieanesthesie, de voorloper van het Nederlands Tijdschrift voor Anesthesiologie. Internationaal heeft hij de vereniging vertegenwoordigd bij de European Union of Medical Specialists en de World Federation of Societies of Anaesthesiologists.
Grondlegger van de nieuwe European Society of Anaesthesiology. Benoemd vanwege deze bundeling van eerdere Europese organisaties op gebied van anesthesiologie.
Laatste voorzitter van de oude European Society of Anaesthesiologists. Benoemd vanwege de bundeling van Europese organisaties op gebied van anesthesiologie.
Laatste voorzitter van de European Academy of Anaesthesiology. Benoemd vanwege de bundeling van Europese organisaties op gebied van anesthesiologie.
Laatste voorzitter van de Confederation of European National Societies of Anaesthesiology. Benoemd vanwege de bundeling van Europese organisaties op gebied van anesthesiologie.
Eerste voorzitter van de nieuwe European Society of Anaesthesiology. Benoemd vanwege deze bundeling van Europese organisaties op gebied van anesthesiologie.
Bij zijn afscheid benoemd vanwege zijn lange staat van dienst in zorg, onderwijs en onderzoek en vele commissie werk binnen de vereniging met speciale vermelding van zijn inspanningen voor de positionering van de anesthesiologen in opleiding binnen de vereniging.
Mw. Meursing was zeer actief binnen de vereniging. Zij had zitting in het bestuur van 1983 tot 1991 en was van 192 tot 1988 voorzitter van de sectie kinderanesthesiologie. Mw. Meursing was secretaris van het tiende World Congress of Anaesthesiologists in 1992 in Den Haag. Door haar internationale contacten en inspanningen werd zij benoemd tot lid van het bestuur van de World Federation of Societies of Anaesthesiologists. De bekroning voor haar inspanningen vond plaats in 2003 toen ze werd benoemd tot president van de wereldfederatie (2004-2008), het hoogste ambt in de wereld op het gebied van de anesthesiologie. In Nederland was haar bijdrage aan de positionering van de kinderanesthesie haar uitzonderlijke verdienste.
Anneke Meursing is overleden op 8 december 2020
Bij zijn afscheid benoemd tot erelid vanwege zijn lange staat van dienst in zorg, onderwijs en onderzoek met speciale vermelding van zijn baanbrekend onderzoek naar de klinische toepassing van spierrelaxantia en de omkering daarvan.
Prof.dr. Van Zundert is jarenlang anesthesioloog geweest in het Catharina ziekenhuis in Eindhoven. In 2012 is hij benoemd tot Professor & Chairman Discipline of Anaesthesiology University of Queensland Australia. Erkend vanwege zijn verdiensten op het terrein van onderwijs, opleiding en wetenschappelijk onderzoek.
Opgeleid tot anesthesist in het Onze Lieve Vrouwen Gasthuis te Amsterdam en werkte vanaf 1958 in Utrecht. Het specialisme anesthesiologie bestond nog maar net en er was een groot tekort aan anesthesisten en de mogelijkheden voor monitoring van patiënten waren beperkt. Professor Smalhout onderzocht het principe van de capnografie, waarop hij op 23 mei 1967 promoveerde. Capnografie werd jaren later opgenomen als standaard monitor in de anesthesie over de gehele wereld. Professor Smalhout was een begenadigd docent en kon prachtig college geven. Hij besefte het grote belang van onderwijs en opleiding. Veel van zijn oud-assistenten droegen hem op handen. Zijn inaugurele rede “De dood op tafel” veroorzaakte veel opschudding, maar kenmerkte ook zijn pionierschap in patientveiligheid.
Benoemd tot erelid vanwege zijn niet aflatende inspanning voor veiligheid in de anesthesiologie. Smalhout had zitting in het NVA-bestuur van 1975 tot en met 1982.
Prof.dr. Smalhout overleed op 2 juli 2015 in Bosch en Duin.
Professor Knape heeft na bijna 24 jaar hoogleraarschap anesthesiologie aan het Universitair Medisch Centrum Utrecht op 18 december 2015 afscheid genomen. Hij trad enkele jaren voor zijn emeritaat toe tot het bestuur van de NVA. Hij had ruime bestuurservaring als president van de European Board of Anaesthesiology van 2002 tot 2008 en als president van de European Society of Anesthesiology van 2008 tot 2009. Professor Knape heeft zich actief ingezet voor modern opleiden, kwaliteit en veiligheid. Zijn jarenlange verbindende rol naar de NVAM, de NAPA en BRV is belangrijk geweest voor de relatie met de NVA. Hij bracht als voorzitter de richtlijn PSA tot stand en initieerde samen met professor van Aken de wereldwijd erkende Helsinki Declaration of Patient Safety in Anaesthesiology (2010). Prof.dr. Knape is in 2017 benoemd tot erelid.
Kees Besse is, als anesthesioloog, een van diegenen die de pijn en palliatieve geneeskunde in Nederland op de kaart heeft gezet. Al in de jaren tachtig hield hij zich al bezig met wat later palliatieve geneeskunde zou gaan heten. Hij is jarenlang bestuurslid geweest van de Nederlandse Vereniging ter Bestudering van Pijn, de Stichting Tijdschrift voor Pijn en Pijnbestrijding en van de Sectie Pijngeneeskunde van de Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie. Daarnaast was hij nog geruime tijd lid van de Commissie Beroepsbelangen van de NVA. Hij is voor velen een inspirerende docent. Een voorbeeld hiervan was de State of the Art lezing die Kees op de Anesthesiologendagen van 2017 gegeven heeft.
Sinds 2009 bekleedt professor Stolker de functie van hoogleraar anesthesiologie en afdelingshoofd in het ErasmusMC. Robert Jan Stolker is altijd zeer actief geweest binnen de NVA en heeft zich ingezet op het gebied van pijngeneeskunde en de opleiding. Hij was lid van het bestuur van de sectie pijn (1993-1999) en is sinds 1996 lid van het Concilium Anaesthesiologicum, waarbij hij in beide gremia gedurende meerdere jaren de functie van (vice-)voorzitter heeft bekleed. Vanuit zijn betrokkenheid en ervaring met opleiding en onderwijs is hij tijdens de laatste twee herzieningen van het opleidingsplan (2006-2007 en 2014-2019) lid geweest van de werkgroep nieuw opleidingscurriculum, waarvan bij de herziening van 2006-2007 als voorzitter. Ook heeft hij gedurende 3 perioden zitting gehad in het bestuur van de NVA (1996-1999, 2001-2004 en 2006-2007), is hij sinds 2009 lid van de Raad van Hoogleraren en was hij voorzitter van de Taskforce Urgentie Geneeskunde (2014-2016).
In 1986 afgestudeerd in geneeskunde in Utrecht en daarna opgeroepen voor militaire dienst. Hij kwam als hulpanesthesioloog voor de Koninklijke Landmacht terecht in het Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein. Tijdens zijn opleiding tot anesthesioloog promoveerde hij op de antioxidatieve effecten van anesthesie. Hij bleef werken in de geïntegreerde IC-OK omgeving van het Antonius Ziekenhuis. Manager IC-OK, commissiewerk, bestuur stafconvent, plv en opleider, sectie IC, de GIC, het bestuur NVA, voorzitter Presidium en van de Raad van Hoogleraren, mede organiseren van de CEEA-cursus; het zijn enkele voorbeelden van zijn bezigheden voor het ziekenhuis, de NVA en dus de anesthesiologie. Later ontwikkelt hij de Raad Wetenschap en Innovatie van de NVA en zit hij de richtlijn perioperatieve zorg voor. Collega’s kennen hem als een man met een goed geheugen, verstand van zaken en een duidelijke mening. Eigenschappen die hem in zijn huidige functie als ziekenhuisbestuurder goed van pas komen.
Opgeleid tot anesthesioloog in het AMC, waar hij ruim tien jaar werkte als clinicus en wetenschapper. Daar legde hij zich vooral toe op de bewaking van het ruggenmerg bij orthopedische operaties. Een jaar lang was hij gastonderzoeker in UCSD in San Diego en bekwaamde zich daarna als epidemioloog in Rotterdam. Daarna kwam zijn focus op wetenschappelijke activiteiten te liggen. Met nadruk op onderzoeksgebieden als perioperatieve resultaten, postoperatieve pijn, prognostisch onderzoek, neuroanesthesia, anesthetische neurotoxiciteit en cognitieve dysfunctie realiseerde hij meer dan 450 wetenschappelijke publicaties. Hij trok de aandacht van andere internationale deskundigen met de oprichting van het UMCU Kenniscentrum Patiëntveiligheid, samen met Ian Leistikow. Patiëntveiligheid was altijd de rode draad in zijn werk. Hij was lid van de Commissie Kwaliteit en Veiligheid (1995-2001), vicevoorzitter van het DB (199-2003) en lid van de commissie complicatieregistratie van de NVA. Van 2005-2011 zette hij zicht in als plaatsvervangend opleider, van 2006-2011 als lid van de commissie wetenschap en hij was actief voor de ontwikkeling van de dataset perioperatieve registratie van de NVA.
Na de middelbare school ging Frank geneeskunde studeren aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Hij behaalde het artsexamen in 1986, waarna hij in militaire dienst moest. In 1999 had prof. Klein dringend een pijnspecialist nodig en liep op de Anesthesiologendagen met een grote button op zijn jasje rond waarop deze vacature vermeld stond. Er was een klik tussen beide heren en op 1 mei 2000 maakte Frank de overstap van het Clara naar het Erasmus MC. In 2004 promoveerde Frank op het proefschrift met de titel “Neuroimmune alterations in the Complex Regional Pain Syndrome”. Dit was de start van een indrukwekkende carrière in het onderzoek naar neuropathische pijn en naar CRPS in het bijzonder. Er werden onderzoeksprojecten gestart met funding vanuit de industrie (Picasso for Pain en Dali for Pain) en in consortia met andere (inter)nationale universiteiten onder andere de TU Delft, maar ook die van McGill in Montréal, Canada. Een stroom van publicaties (meer dan 240) volgde. Frank is 5 maal copromotor en 21 maal promotor geweest en er zitten nog wat promoties in de pen. Hij was vaak invited speaker op internationale congressen, reviewer voor diverse tijdschriften, lid van de editorial board van Pain Practice en Neuromodulation. In 2019 was hij voorzitter van het wetenschappelijk comité van het Europese pijncongres in Valencia. Frank is ook bestuurlijk actief geweest. Van 2002 tot 2007 was hij voorzitter van de Sectie Pijnbestrijding van de NVA. Later heeft hij in vele commissies, zowel lokaal als (inter)nationaal, gezeten met een focus op research van neuropathische pijn, CRPS en neuromodulatie. In 2007 werd hij nog Fellow van het World Institute of Pain en ook daar is hij bestuurlijk actief geweest. In 2013 besloten Erasmus MC en UMCU samen te gaan werken op gebied van het pijn onderzoek. Dat heeft Frank op zich genomen. Vanuit Utrecht kwam de wens dit te formaliseren. Dit resulteerde in 2020 in een benoeming in deeltijd tot hoogleraar pijngeneeskunde aan het UMCU naast zijn functie in Rotterdam. In 2011 ontving hij de Collaboration Award van de International Association for the Study of Pain. In 2016 werd hij benoemd tot erelid van de Ierse pijnvereniging, Honorary Fellow of the Faculty of Pain Medicine of the College of Anaesthesiologists of Ireland. In 2019 volgde de prijs van verdienste van de Vlaamse Anesthesiologische Vereniging voor Pijnbestrijding. Het wekt dan ook geen verbazing dat met zo’n staat van dienst nu de benoeming tot erelid van de Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie plaats vindt.
Zijn belangstelling voor acute geneeskunde en voor anesthesiologie in het bijzonder brachten hem in 1992 in opleiding tot Anesthesioloog in Utrecht. Ook daar bleef zijn belangstelling voor acute geneeskunde prominent aanwezig en was hij vaak op de afdeling Spoedeisende Geneeskunde te zien. Reinier zag zijn werkterrein duidelijk breed: van medisch onderwijs tot spoedeisende hulp tot anesthesie bij neurochirurgie (later bij de wakkere ingrepen) tot medisch hoofd van de medium care van de afdeling heelkunde nadat hij zijn intensive care aantekening had gehaald.
Onderzoek naar de hemodynamiek bij de subarachnoidale bloeding én onderwijs kregen in de loop van de tijd meer en meer aandacht tot zijn promotie “Intravascular volume after aneurysmal subarachnoid hemorrhage“ in november 2009 en zijn uitverkoring tot “docent van het jaar” in 2008.
Het plaatsvervangend opleiderschap volgde dan ook in 2009 en in 2015 werd Reinier opleider, snel gevolgd door zijn benoeming tot hoogleraar “Opleiding en training perioperatieve, intensieve en spoedeisende zorg” aan het UMCU .
Niet alleen als docent maar ook op ander terrein van het onderwijs is Reinier Hoff baanbrekend actief geweest. In samenwerking met prof. Olle ten Cate heeft Reiner een belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van entrustable professional activities (EPA’s) in de Anesthesiologie, waarmee op een objectieve wijze de kennis en vaardigheden van assistenten in opleiding kunnen worden vastgelegd en gestuurd. En dat levert een belangrijke bijdrage aan de kwaliteit van zorg en van de medisch specialistische opleidingen. Gezien zijn grote betrokkenheid bij de organisatie van de opleiding heeft Reinier ook nog diverse begrotingsmodellen voor opleiding en voor opleiders ontwikkeld waarmee Reinier alleen al in 2024 een 18-tal presentaties en workshops voor diverse specialistische opleidingen in Nederland heeft gehouden en gaat houden. Als lid van het landelijke Bestuurlijk Overleg Lichte Structuur BOLS levert Reinier een belangrijke bijdrage aan de advisering van de minister over de regionale verdeling van de opleidingsplaatsen van alle specialismen. Voor het bestuur van de NVA is meer dan voldoende aanleiding Reinier Hoff te benoemen tot erelid van de NVA.