Acute zorg en reanimatie gaan over het helpen van patiënten wiens vitale functies niet meer werken. Anesthesiologen hebben de kennis en kunde om deze patiënten te ondersteunen. Anesthesiologen in de acute zorg zijn daarom vaak actief binnen een mobiel medisch team, omdat ze overal nodig zijn. Zij zorgen voor de vitaal bedreigde patiënt.
'We worden opgeroepen bij reanimaties, ernstig zieke kinderen en hersenbloedingen. Dat is juist het interessante aan ons werk, het is heel breed. Of het nu een ernstige infectie is of een reanimatie, het gaat uiteindelijk om de vitale functies en daar zitten onze anesthesiologische skills,’ licht Isabelle Huig in een interview met Medisch Contact toe. Huig is oud-voorzitter van de sectie acute zorg en reanimatie en anesthesioloog met aandachtsgebied acute zorg in het Erasmus MC.
De acute zorg speelt zich meestal niet af op de operatiekamers, maar juist daarbuiten. Op elke ziekenhuisafdeling kan een patiënt ineens spoedeisende hulp nodig hebben. Maar acute zorg vindt tevens buiten het ziekenhuis plaats. Acute zorg is namelijk overal nodig. In Nederland vliegt daarom de helikopter met het Mobiel Medisch team (MMT), dat grotendeels uit anesthesiologen bestaat. En ook de medisch manager van de ambulancediensten is vaak een anesthesioloog. Zo kunnen zij in het gehele land hulp bieden. Buiten Nederland vind je anesthesiologen in het chirurgisch team van defensie.
De anesthesioloog is actief en belangrijk in de acute zorg, omdat deze vanuit een brede blik naar de patiënt kijkt. De anesthesioloog kijkt naar de (patho-)fysiologie van vitale functies in het gehele lichaam. De blik van de anesthesioloog is daarom onmisbaar binnen de acute zorg.
Bij acute patiënten moet het team snel handelen. Vaak is dit met heel weinig voorinformatie. Ook zijn de middelen regelmatig beperkter dan op de operatiekamer (OK) en is er weinig tijd om elkaar goed te leren kennen. Bij de acute zorg moet je daarom zonder veel hulpmiddelen differentiaal diagnostisch denken en daar snel naar handelen.
Isabelle Huig in Medisch Contact: ‘Anesthesiologen anticiperen sterk op wat mogelijk gaat komen. Dus als je een opiaat geeft, dan bedenk je al: stel dat de patiënt een ademdepressie krijgt, hoe ga ik dat dan opvangen en heb ik daar spullen voor? Dat vooruitdenken is een tweede natuur voor ons, omdat we dat op de operatiekamer ook doen. Als iemand in een onmogelijke positie ligt, bijvoorbeeld half onder een vrachtwagen, of voor een wc-pot in het ziekenhuis, dan ga ik geen opiaat spuiten. Ik kan dan namelijk niet bij zijn gezicht om te beademen, mocht er iets gebeuren.’