Voor sommige operaties of onderzoeken krijgen kinderen een narcose, ruggenprik of verdoving van een arm of been. Hier lees je wat je kind dan mag eten en drinken en tot hoeveel uur van tevoren.
Narcose of verdoving bij een operatie of onderzoek
Voor een operatie en bij sommige onderzoeken krijgen kinderen een narcose. Een narcose krijgen betekent dat een kind in slaap wordt gebracht met medicijnen. Hier vind je meer informatie over narcose bij kinderen. Een kind kan ook regionale anesthesie krijgen. Dit betekent dat een deel van het lichaam verdoofd wordt. Een bekend voorbeeld is de ruggenprik waarbij het onderlichaam verdoofd is. Ook de verdoving van een arm of been is een voorbeeld van regionale anesthesie.
Kinderen krijgen de verdoving of narcose van de anesthesioloog. Dit is de arts die je kind tijdens de operatie of het onderzoek in de gaten houdt.
Gesprek bij de anesthesioloog
Voor de operatie wordt er een afspraak gemaakt bij de poli anesthesiologie. Een anesthesioloog stelt tijdens dit bezoek vragen over bijvoorbeeld medicijngebruik, allergieën of ziekten. Ook geeft de anesthesioloog informatie over wat je kind wel of niet mag eten en drinken en tot hoeveel uur voor de narcose of verdoving.
Waarom moet een kind nuchter zijn voor een operatie of onderzoek?
Voor een narcose of regionale anesthesie moeten je kind nuchter zijn. Nuchter zijn betekent niet eten en drinken gedurende een bepaalde periode voor de operatie of het onderzoek. Als de maag vol is, is er een risico dat de inhoud tijdens het onderzoek of de operatie naar buiten komen. Dat kan gevaarlijke situaties opleveren, bijvoorbeeld als de maaginhoud in de longen komt. Gelukkig komt dit heel weinig voor.
Algemene adviezen nuchterbeleid kinderen
Voor de meeste kinderen gelden de volgende adviezen:
Uitzonderingen
Soms wijkt de anesthesioloog af van de algemene adviezen. Bijvoorbeeld:
• Als een kind een ziekte heeft of medicijnen gebruikt waardoor het langer duurt voordat de maag leeg is.
• Als de kans dat een kind zich verslikt groter is, bijvoorbeeld door een ziekte of beperking.
• Als een kind ziek kan worden of ontregeld kan raken als het te lang niet eet of drinkt, bijvoorbeeld bij diabetes.
De anesthesioloog geeft dan een advies dat precies bij de situatie van een kind past om de kans op complicaties te verkleinen.