Bij angina pectoris voel je een zware, drukkende pijn op de borst. Dit gebeurt als een of meerdere kransslagaders zijn vernauwd. Ook kunnen een of meerdere kransslagaders zijn afgesloten door een krampachtige samentrekking van het bloedvat: dit heet prinzmetal angina pectoris, en komt niet zo vaak voor. Deze aders liggen als een krans om het hart heen en voorzien het hart van bloed. Bij angina pectoris kan het bloed door de vernauwing minder goed door de aders stromen.
Vaak voelen mensen de pijn vooral bij inspanning. Dan moet het hart harder werken en heeft het meer zuurstof nodig. Je krijgt dan ineens een pijnscheut. Daarom noemen mensen deze aandoening ook wel hartkramp.
Medicijnen helpen tegen de klachten. Maar soms werken deze niet of niet voldoende. Ook krijgen mensen vaak een dotterbehandeling om de kransslagader te verwijden. Bij sommige mensen keren de klachten na een tijdje toch weer terug.
Chronische pijn op de borst herken je aan de volgende klachten:
Sommige aandoeningen verhogen de kans dat de kransslagaders vernauwen. Bijvoorbeeld een hoge bloeddruk, een hoog cholesterolgehalte of diabetes mellitus type 2 (suikerziekte). Ook mensen bij wie hart- en vaatziekten in de familie voorkomen, hebben een hogere kans op angina pectoris. Verder kan de leefstijl invloed hebben: roken, weinig bewegen, overgewicht en stress geven ook een hogere kans op vernauwde kransslagaders.
Mensen die de diagnose chronische pijn op de borst hebben, zijn al onder behandeling bij de cardioloog. Om te bepalen of de aandoening chronisch is, zal de cardioloog andere hart- en vaatziekten uitsluiten. Daarna krijg je verschillende lichamelijke onderzoeken.
Er zijn verschillende manieren om de pijn van chronische angina pectoris te verhelpen, te verlichten of ermee te leren omgaan.