Discogene lage rugpijn is een verzamelnaam voor alle pijnklachten die ontstaan door een beschadiging van een van de tussenwervelschijven. Deze pijn kan ook uitstralen naar de benen. De klachten kunnen voorkomen aan tussenwervels in de nek of hoge rug, maar komen het vaakst voor onder in de rug.
De wervelkolom in je rug bestaat uit wervels. De wervels liggen als blokjes op elkaar. De facetgewrichten (steungewrichten) en tussenwervelschijven (discus) houden deze wervels bij elkaar. Samen zorgen zij dat de wervels ten opzichte van elkaar kunnen bewegen en goed samenwerken. Ze zorgen ook voor de stabiliteit van de rug.
Wervelpijn herken je aan de volgende klachten:
Discogene lage rugpijn ontstaat vaak door ouderdom of door een ongeval. De tussenwervelschijf kan slijten of uitpuilen. Dit heet een hernia. Er kunnen ook barstjes en scheuren ontstaan: dit heet spit. Iedereen kan deze klachten krijgen. Een beroep met veel tillen, aderverkalking, overgewicht en roken kunnen de kans op wervelpijn vergroten.
Bij het onderzoeken van rugpijn is het moeilijk om te bewijzen dat de pijn van de tussenwervelschijven komt door lichamelijk onderzoek. Drie dingen die kunnen wijzen op problemen met de tussenwervelschijven zijn:
Bij het onderzoek is het belangrijk om te onthouden dat andere delen van de rug ook een rol kunnen spelen bij rugpijn. Denk aan de gewrichten, spieren en het SI-gewricht. Soms maakt de arts daarom ook een röntgenfoto of een MRI-scan.
Er zijn verschillende behandelopties om wervelpijn te verlichten. Denk aan fysiotherapie, medicijnen of neuromodulatie.