Bij occipitale neuralgie hebben mensen last van stekende of drukkende pijn die begint in de nek en het achterhoofd. De pijn van occipitale neuralgie kan via de achterkant van het hoofd uitstralen naar de rest van het hoofd. Soms loopt de pijn door tot achter de ogen. Dat komt door een geïrriteerde occipitalis-zenuw. Deze ‘achterhoofdpijn’ kan lijken op migraine of spanningshoofdpijn.
De aandoening heet zo omdat de hoofdpijn ontstaat in het gebied van de zenuw ‘nervus occipitalis’. Deze zenuw zit in het achterhoofd en veroorzaakt achterhoofdpijn. Neuralgie is een ander woord voor zenuwpijn.
Occipitalis neuralgie herken je aan de volgende klachten:
De klachten ontstaan als de occipitale zenuwen beschadigd of geprikkeld raken. Deze zenuw loopt van het bovenste deel van het ruggenmerg door de schedel. Prikkeling kan gebeuren door strakke spieren in de nek door stress, maar ook door letsel aan de nekgewrichten of botten. Of door een ontsteking van bijvoorbeeld bloedvaten in de nek.
Occipitale neuralgie wordt weleens verward met migraine of spanningshoofdpijn. Maar bij occipitale neuralgie is vaak sprake van korte pijnaanvallen, meestal aan één kant van de nek met uitstraling naar de rest van het hoofd. Om zeker te weten of iemand occipitale neuralgie of een andere vorm van hoofdpijn heeft, kan de arts de pijnklachten uitlokken. Bijvoorbeeld door te drukken op occipitalis-zenuw of te tikken. Dit laatste heet het teken van Tinel. Je voelt dan namelijk meteen of hier de pijn vandaan komt.
Er zijn verschillende behandelopties om de pijn van occipitale neuralgie te verminderen. Denk aan fysiotherapie, medicijnen of injecties.