Pijn bij kanker

Pijn bij kanker komt veel voor. Zeker in latere fases van kanker als de tumor groter wordt of als er sprake is van uitzaaiingen. Pijn kan komen door de kanker zelf, door de behandeling of als effect van de behandeling. 

Bijna alle mensen met (ongeneeslijke) kanker zijn onder behandeling van een team van specialisten. Deze kijken naar welke (palliatieve) behandeling het beste bij je past, maar helpen ook bij klachten als pijn of andere ongemakken. Vertel daarom aan je behandelaar of behandelteam als je last hebt van pijn. Pijnspecialisten kunnen de pijn bijna altijd verminderen. 

Symptomen van pijn bij kanker

Als je kanker hebt en pijn hebt, dan herken je een of meerdere van de volgende symptomen:

  • De pijn is vaak aanhoudend. 
  • Je kunt last hebben van doorbraakpijn: een pijnaanval die plotseling komt opzetten en ook weer verdwijnt. Je kunt meerdere keren per dag doorbraakpijn hebben.
  • De pijn kan nociceptief zijn. Dit is pijn die ontstaat door schade aan botten, spieren, gewrichten of huid. Het is vaak scherpe pijn die je goed kunt aanwijzen.
  • De pijn kan ook neuropathisch zijn. Dit is pijn dat ontstaat doordat zenuwen zijn beschadigd of omdat er een tumor op drukt. Dit kan voelen als brandende of stekende pijn. Ook kun je tintelingen of een doof gevoel hebben in je armen, benen of op je huid.
  • De pijn kan ook nociplastisch zijn. Dit is pijn die je voelt, en komt niet door echte schade aan je lichaam of door een wond. Gevoelszenuwen voelen pijn en geven dan een signaal aan de hersenen. Als deze niet meer goed werken, kunnen ze pijnsignalen doorgeven terwijl je op die plek, bijvoorbeeld je buik of rug, eigenlijk geen pijn hebt. Door het verkeerde signaal ervaar je echter wel pijn. 
  • Je kunt ook nociceptieve, neuropatische en nociplastische pijn tegelijk hebben.
  • Naast lichamelijke oorzaken kunnen emoties effect hebben op de pijnklachten. Als je somber, angstig of gespannen bent, voel je de pijn meer.

Oorzaken van pijn bij kanker

De pijn bij kanker kan ontstaan doordat de tumor doorgroeit in de huid, zenuwweefsel of weke delen (zoals spieren, pezen en gewrichten). Ook kun je pijn krijgen door gevolgen van de kanker. Bijvoorbeeld een botbreuk, infectie, verstopping van bloedvaten of een verhoogde druk in de hersenen. Ook de behandeling kan pijn geven: denk aan littekenpijn of fantoompijn. Dit is pijn die ontstaan na een amputatie. Maar je kunt ook pijn hebben na een behandeling, zoals door bestraling of chemotherapie.

Behandeling van pijn bij kanker

Er zijn verschillende manieren om de pijn te verminderen of om er beter mee om te gaan. Ook als de kanker niet meer te genezen is. Het belangrijkste is om je verpleegkundige of behandelend arts te vertellen dat je pijn hebt. Zij kunnen, vaak samen met het pijnteam, kijken wat er aan de pijn gedaan kan worden.

Lees meer