Pijn bij kanker komt veel voor. Zeker in latere fases van kanker als de tumor groter wordt of als er sprake is van uitzaaiingen. Pijn kan komen door de kanker zelf, door de behandeling of als effect van de behandeling.
Bijna alle mensen met (ongeneeslijke) kanker zijn onder behandeling van een team van specialisten. Deze kijken naar welke (palliatieve) behandeling het beste bij je past, maar helpen ook bij klachten als pijn of andere ongemakken. Vertel daarom aan je behandelaar of behandelteam als je last hebt van pijn. Pijnspecialisten kunnen de pijn bijna altijd verminderen.
Als je kanker hebt en pijn hebt, dan herken je een of meerdere van de volgende symptomen:
De pijn bij kanker kan ontstaan doordat de tumor doorgroeit in de huid, zenuwweefsel of weke delen (zoals spieren, pezen en gewrichten). Ook kun je pijn krijgen door gevolgen van de kanker. Bijvoorbeeld een botbreuk, infectie, verstopping van bloedvaten of een verhoogde druk in de hersenen. Ook de behandeling kan pijn geven: denk aan littekenpijn of fantoompijn. Dit is pijn die ontstaan na een amputatie. Maar je kunt ook pijn hebben na een behandeling, zoals door bestraling of chemotherapie.
Er zijn verschillende manieren om de pijn te verminderen of om er beter mee om te gaan. Ook als de kanker niet meer te genezen is. Het belangrijkste is om je verpleegkundige of behandelend arts te vertellen dat je pijn hebt. Zij kunnen, vaak samen met het pijnteam, kijken wat er aan de pijn gedaan kan worden.