Vroeger hoorde pijn erbij na een operatie. Gelukkig denken we daar tegenwoordig heel anders over. De anesthesioloog is er voor jouw welzijn. Hij zorgt ervoor dat je zo min mogelijk pijn en andere ongemakken voelt na de operatie. Als het nodig is dan zorgt de anesthesioloog voor de overdracht naar de intensive care. Op de IC werken intensivisten. Vaak zijn dat anesthesiologen die zich gespecialiseerd hebben in intensive care zorg.
Het is belangrijk om na de operatie zo snel mogelijk weer te eten en te drinken. Hierdoor gaat het herstel sneller en kun je eerder naar huis. Hoeveel je kunt eten hangt af van je persoonlijke situatie, bijvoorbeeld de operatie die je hebt gehad. Overleg dit met je specialist.
Kun je niet eten? Of heb je geen zin in eten omdat je misselijk bent, moet overgeven of pijn hebt? Bespreek dit met je arts. Je kunt daar vaak medicijnen voor krijgen. Een diëtist kan adviezen geven waardoor eten beter gaat.
Als je na de operatie een bepaalde periode niet mag eten of zo ziek bent dat je niet genoeg kunt eten, dan kan in overleg met de arts direct of na een paar dagen na de operatie sondevoeding gestart worden.
Anesthesie is tegenwoordig heel veilig en gaat ook bij oudere patiënten en patiënten met meerdere aandoeningen goed. Maar direct na een narcose ben je niet meteen weer de oude. Als je bijkomt uit de anesthesie zijn er soms gevoelens van onrust, emoties en prikkelbaarheid. Dat is meestal goed op te vangen of te behandelen en het is vaak van korte duur. Op de dag na de ingreep ervaren sommige patiënten klachten als spierpijn, keelpijn, vermoeidheid, hoofdpijn of duizeligheid, naast natuurlijk napijn. Dat kan ook gebeuren bij patiënten die geen narcose hebben gehad, maar die een andere vorm van verdoving kregen waarbij slechts een deel van het lichaam verdoofd is geweest.
Het is ook goed om te beseffen dat je niet alleen een algehele of plaatselijke verdoving hebt gekregen, maar ook een operatie. Een operatie heeft na-effecten: je lichaam reageert op de ingreep en start herstel- en genezingsprocessen. Die processen worden vaak door veranderende hormonen gestuurd. Daardoor kun je je tijdelijk minder goed voelen. Meestal gaan klachten na korte tijd weer weg.
Oudere mensen zijn soms bang dat ze ‘dement’ worden na een narcose. Soms zien we bij oudere mensen een periode direct na de ingreep waarin ze verward kunnen zijn. We noemen dat een delier. De anesthesioloog kan een delier voorkómen en snel behandelen.
Langdurige en onomkeerbare geheugen- en concentratiestoornissen zijn geen kenmerk van de moderne anesthesie. Wel kan een ingrijpende operatie met anesthesie een moment zijn waarop een al aanwezig proces van geestelijke achteruitgang duidelijker naar voren komt. Veel ziekenhuizen hebben tegenwoordig een polikliniek ouderengeneeskunde. Daar kunnen ouderen bijvoorbeeld terecht met klachten, zoals geheugen- en concentratiestoornissen.